
Valkuilen en tips bij het opruimen. Deel 1
1 Je gaat onvoorbereid aan het werk.
Onvoorbereid te werk gaan is een grote valkuil bij het opruimen. Je besluit van het ene op het andere moment te gaan opruimen omdat je onverwachts visite krijgt. Je stort je vol overgave op de puinhoop en werkt in een hoog tempo op verschillende plekken tegelijk totdat je volkomen opgebrand bent.
Stel dat je hebt besloten om de keuken te gaan opruimen. Meestal denk je dat dit niet zoveel werk is. Vol goede moed haal je alle kastjes leeg en zet alles op het aanrecht.
Dan is de volgende stap alle kastjes schoonmaken. Dit neemt ook best veel tijd in beslag.
Je kijkt naar alle spullen op je aanrecht, deze moeten uitgezocht worden voordat ze weer een plek in de kastjes krijgen. Maar wat doe je met alles spullen die je niet meer terugzet? Waar laat je ze?
De hoeveelheid werk die je hebt verzet valt je tegen, je kijkt om je heen en ziet nog steeds overal rommel liggen.
Hoe los je dit op?
Het is helemaal niet erg om aan je opruimwoede toe te geven, maar zorg dat je altijd even nadenkt wat je wilt gaan doen, dit kun je in vijf minuten. Pak een schrijfblok, zet een kop thee of koffie, als je dat lekkerder vindt en schrijf de antwoorden op van de volgende vragen:
- wat wordt jouw focus plek (bijvoorbeeld je eettafel opruimen) kies iets uit waar jij je mateloos aan irriteert
- welke gebruiksfuncties moet deze focus plek krijgen, waar wil je de plek voor gebruiken
- hoeveel tijd je voor het opruimen uittrekt, plan voor je klus ongeveer 30 minuten tot 60 minuten en zet hiervoor een timer
- waarmee ga jij jezelf belonen na afloop, gun jezelf een moment van ontspanning. Dit kan een hoofdstuk lezen in een mooi boek, een wandeling maken in het park, even bellen met een vriendin/vriend
Deze stap lijkt veel werk maar bespaart jouw uiteindelijk veel tijd. Je weet beter wat je wilt bewaren en welke spullen op een andere plek horen. En welke spullen je niet meer gaat gebruiken.
Je hoeft dit niet tijdens het opruimen te bedenken.
Wat is een gebruiksfunctie?
Als je een plek hebt uitgekozen die je gaat opruimen, ga je kijken hoe je deze plek wilt gaan gebruiken.
Stel jezelf de volgende vragen:
- Wat doe ik altijd als ik op deze plek ben?
- Wat zou ik hier graag willen of kunnen doen?
Omdat je een kortere tijd hebt ingepland voor het opruimen houdt je overzicht waar je mee bezig bent en je ziet snel resultaat. Hierdoor krijg je steeds meer plezier in het opruimen. Je pakt sneller een nieuwe klus op.
Met veel kleine stappen krijg je een harmonie en ruimte in je huis.
2. Je werkt je een slag in de rondte
De valkuil bij het opruimen waarbij jij je een slag in de rondte werkt, kost je veel tijd en energie. Het geeft je stress omdat je opruim activiteit niet lukt.
Je hebt een tijdje niets gedaan en opeens kom je tot actie. Eenmaal aan de slag werk je je urenlang door bergen rotzooi heen. Je bent overal en nergens aan het opruimen en op elke plek wordt de chaos groter in plaat van minder.
Je hebt het plan opgevat om de boekenkast leeg te halen en alle boeken te bekijken en te beslissen welke je bewaart. Dit kost je veel tijd. Je begint tegelijkertijd met het dressoir, je hebt de lades leeg gehaald en alles op de grond gelegd.
De droger is klaar en je wilt de was nog opvouwen en zet de wasmand met was op de eettafel zodat je de was straks even kunt opvouwen en naar boven brengen. Je begrijpt het al, je komt dan in de verleiding om ook de slaapkamer iets netter te maken.
Als je beneden komt gaapt de chaos je aan. Je bent niets opgeschoten.
De kans is groot dat je het overzicht kwijt raakt en na afloop zo ingestort bent, dat je daarna de komende tijd de moed niet meer kunt opbrengen om opnieuw aan opruimen te beginnen. Je weet gewoon niet waar je moet beginnen en hoe je een begin maakt.
Hoe los je dit op?
Plan elke dag 15 minuten voor een opruim taak. Zet een timer of gebruik een eierwekker. Stop als de timer gaat.
Wen jezelf aan voordat je naar bed gaat een opruim rondje door je huis te maken. Neem een mand of doos en leg daar alles in wat niet op de juiste plek ligt. Met de mand of doos loop je nog een rondje en legt alles op de goede plek.
Je salontafel en eettafel zien er dan netjes uit.
Maak het aanrecht netjes, doe de afwas en ruim de dingen op die er niet thuis horen.
Je begint de volgende ochtend in een opgeruimde woonkamer en keuken.
Kijk bij punt 1 om te voor komen dat je overal tegelijk bezig gaat.
3. Je doet een grote hoeveelheid opruimwerk maar half.
Als je eenmaal de moed hebt opgevat om met opruimen te beginnen, sla je in je enthousiasme stappen over tijdens het ontspullen.
Je begint met de focusplek, bijvoorbeeld de keukenlade, je haalt alles eruit, dan beslis je wat je weer in de lade legt. Je vindt het lastig om keuzes te maken over wat je wilt bewaren, hierdoor blijft je lade nog steeds onnodig vol. Voordat je de spullen terug legt is het de bedoeling dat je de lade schoonmaakt, deze stap wordt nog wel eens overgeslagen.
De spullen die je hebt uitgezocht zet je even in de garage met de bedoeling om deze binnenkort weg te brengen. Het gevaar is dat je de voorwerpen weer pakt en terug in huis zet.
Hoe los je dit op?
Zorg ervoor dat je een klus in een of enkele dag helemaal afmaakt. Over een keukenlade doe je natuurlijk geen halve dag, tenzij je iedere keer wordt afgeleid.
Maak je opruimklus niet te groot. Zorg dat je overzicht houdt. Plan je tijd goed. Een kleine klus kun je ’s avonds na de afwas doen, beter is het om je klus op een vrije dag in te plannen. Na een drukke dag heb je vaak geen zin meer om iets extra’s op te ruimen.
Maak de plek schoon voordat je de spullen terugzet, dit scheelt je later veel werk.
Heb jij moeite om te beslissen wat je wilt bewaren en hoe je dit kunt doen? Ik geef je graag advies.